Ook Donald Duck staat onder invloed van de klassieke oudheid. In de recent verschenen ‘Oude Grieken special’ staan drie verhalen, die sterk geïnspireerd zijn door de Griekse mythologie en cultuur.
In ‘Het geheime Griekse eiland’ komen Donald en Katrien voor een vakantie aan op het eiland Kwaksos (een variatie op Naxos). Op de vlucht voor problemen die ze daar over zich afroepen, spoelen ze aan op Enigmos (enigma = ‘raadsel’), een eiland dat eeuwenlang verborgen is gehouden voor het oog van de wereld, zodat de oude Griekse cultuur in oorspronkelijke vorm is gehandhaafd. De nietsontziende koning besluit Donald en Katrien te voeren aan de Minotauros, terwijl zijn volk toekijkt in een volle arena. Maar de grimmigheid van de Minotauros verdwijnt als sneeuw voor de zon wanneer deze in de rugzak van Donald een ghettoblaster vindt: het dier gaat spontaan dansen op moderne disco-muziek. Om zijn vege huid te redden belooft Donald het volk nog meer spullen uit de moderne tijd. De traditionele koning van Enigmos moet het afleggen tegen deze beloftes van vooruitgang. De eilandbewoners omarmen de moderne wereld, met een dominante plaats voor discotheken en souvenirshops!
In ‘Dagobert Duck en het standbeeld van Olympios’ is een belangrijke rol weggelegd voor het beeld ‘De discuswerper’. Volgens Dagobert verdween het ooit tijdens een geheimzinnige
schipbreuk in zee. Dit is een verwijzing naar de beroemde ‘Diskobolos’ van de Griekse beeldhouwer Myron uit 450 v.C. Van dit beeld, dat inderdaad verloren is gegaan, zijn wel diverse Romeinse marmeren kopieën bewaard gebleven. Dagobert wil op zoek naar het beeld vanwege de grote geldwaarde en zet koers naar het eiland Olympios (gezien het feit dat discuswerpen een olympische sport is een toepasselijke naam). Zijn schip belandt in een mistbank die een tijdmachine blijkt. Dagobert, Donald en zijn neefjes worden aan boord genomen van een Grieks galeischip. Aan boord bevindt zich koningin Calypso van Olympios. Calypso kennen we als de mooie nimf uit de Odyssee. Odyseus spoelt aan op haar eiland Ogygia, waar hij tien jaar vastzit. De strip ‘speelt’ met de typische Homerische scène van gastvrijheid:
Ook in de strip wordt Calypso verliefd op de held van het verhaal (Donald). De benaming Olympios blijkt vervolgens nog toepasselijker wanneer Donald moet deelnemen aan allerlei sportieve wedstrijden, met als inzet het beeld van de discuswerper en een geldbedrag. In de wedstrijden neemt Donald het op tegen de gemene Hippias van Ios. De naam Hippias kan ontleend zijn aan de beroemde Hippias van Athene (gest. 490 v.C.), zoon en opvolger van de tiran Peisistratos of, minder waarschijnlijk, aan de sofist Hippias van Elis (Plato noemde twee dialogen naar hem: de kleine en de grote Hippias). Uiteindelijk gaat Donald er met de winst vandoor, maar het door Dagobert begeerde beeld van de discuswerper doorstaat de terugreis in de tijdmachine niet.
In het laatste verhaal, ‘Odyssee nummer twee’, gaat Dagobert op jacht naar de schat van Odysseus, ofwel de buit van Troje. De scepsis van Donald Duck en zijn neefjes tegenover het bestaan van een dergelijke schat, weerspiegelt – op ironische wijze – de houding tegenover avonturiers als Heinrich Schliemann die met de Odyssee in de hand naar restanten van de Trojaanse Oorlog op zoek gingen (dit werd de basis van de archeologie als wetenschap).
Volgens een brief die Dagobert ontvangt zou de schat bewaard worden op het eiland van Circe in een grot. Kwik, Kwek en Kwak waarschuwen dat Circe de mannen van Odysseus in varkens veranderde, maar dat verandert de plannen niet. De brief blijkt echter afkomstig van Zwarte Magica. Deze heks lokt Dagobert naar het eiland, omdat ze in het bezit wil komen van zijn gouden geluksdubbeltje. Dat het eiland daadwerkelijk ooit bewoond is door Circe ontdekt ze per toeval. Ze vindt de staf van Circe en verandert Kwik, Kwek en Kwak in varkens. De ironie van het verhaal is hier dat de personages al dieren zijn voordat ze in dieren veranderd worden!
Nadat Donald eerst in een geit en vervolgens in een schildpad is veranderd en Dagobert zelf in een ezel (een metamorfose die doet denken aan Apuleius’ roman de Gouden Ezel), maakt Dagobert de betovering tenslotte ongedaan door Circe’s staf kapot te slaan.